Natty en Fleurtje. Tropische kinderliedjes uit Suriname voor mensjes vanaf drie jaar



[pagina 8]
Tan de Mini-mini kon dya Fre-man-tan-ja kon dya Fre-man-bon-ja kon dya Ko-pro-ka-nu tan de tan de tan de tan de tan de Mini-mini kom hier Fremantanja kom hier Fremanbonja kom hier Koprokanu blijf daar blijf daar blijf daar blijf daar blijf daar

[pagina 9]
Tan de (blijf daar) Wij gaan schuilen en jij komt ons zoeken. We zingen ‘Tan de’ (Blijf daar) en pas als we niet meer zingen, begin je ons te zoeken. Keer je om, je mag niet kijken.
Tan de Minimini, Fremantanja, Fremanbonja en Koprokanu zijn kinderen. Koprokanu is een jongen. Hij is op een zaterdag geboren toen het vreselijk stormde. Hij is ondeugend en zijn mama vindt zijn zusjes dan ook veel liever. Elke dag voor het avondeten zingt ze dit liedje. Als de kinderen dit horen komen ze naar huis. Op een middag zingt ze, maar haar kinderen komen niet. Boa, de baas van de kreek, heeft ze verstopt. Pas als mama belooft voortaan even lief voor alle vier de kinderen te zijn, komen ze weer te voorschijn. Dit is een korte versie van een authentiek Surinaams verhaal. Het lied is bewerkt om bij het spel te worden gebruikt.