leven handel en wandel daer na te schicken ende te reguleren, hoe men sich moet dragen in droefheyt en hoe men oock hem selven moet betonen in blytschap, want doch alle dingh heeft sijnen tydt het treuren ende het lagchen, het eerste daer toe wert ons in dese woeste Zee van de Werelt wel meest occasie gegeven. Edoch alsoo nochtans den mensch t’eeniger tyd reden gevoelt om te verheugen (want het niet altydt even quaet en is) en het wel soo gaet dat men dan geern yet vermakelick en stichtelyck leest of singt na de bequaemheyt valt van de personen. Soo ist, dat UL. dit wercksken wert gepresenteert, wattet is in sich selven sulje best konnen oordeelen als gy het eens sult hebben doorloopen, en soo daer yet is dat UL. dient, gebruyckt het tot uwen besten ende Vaert wel.