Essendomi troppoaffrettato, nel maneggio, della monna di m'onna fessa, o de Francescamoury Borgognonna, havendola havuta, in una Camera locanda, al cuni giorni, sotto paena dicento scudi.
'kGA langs de straet, gelijk een dronkert, swieren,
Met slappen rug, en uyt-geputte nieren,
Met stramme beenen, met geswollen dolk en hooft,
En heel van krachten en gedachten af-geslooft.
Na dat ik sonder eersselen, of buygen,
Dien herden hegten maegdom stiet in duygen,
Die uyt een Frans bordeel, om haer geplukte dracht,
Een Bensanzonse dgy gansch in mijn leger bracht,
Maer al mijn struyf, soo kort, in vijf ses dagen,
In dat verbruyde panneken geslagen,
Ik stae en kijk als naulijx buyten 't meulen-hek,
Een esel, die sijn pak werpt midden in den drek. &c.