De verloren zoon(1928)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina XV] [p. XV] Vaders gebed Ik bad: Heer, laat uw dienstknecht gaan, Als Gij mijn zoon hebt weergegeven; Maar nu 'k hem zóó berooid zie staan, Smeek ik: och, laat mij voor hem leven! Een boom, vermolmd van ouderdom, Kan amper vrucht, schraal schaduw geven; Maar de arme is alles wellekom! Ik smeek: och laat mij voor hem leven! Misschien draag 'k nog een gave tak, Om hem een goeden stut te geven. Dat hij hem zag, dat hij hem brak! Ik smeek: och, laat mij voor hem leven! Vorige Volgende