De stille tuin(1933)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Eenzaam bidden. Het is een sidderen en belijden, Een moeizaam reiken naar het verblijden, Dat boven hem als de zonneschijn Straalt, maar zijn oogen doet het pijn. Dan wordt een stamelen zijn bidden. Er is geen zin meer en geen woord. Hij wordt zwijgend tot het stille midden Genomen, waar men niet ziet en hoort. Hij is geheven en opgenomen Tot aan de grenzen van Gods hart, En mag tot de aarde wederkomen Als een trooster; maar dat geeft smart. Vorige Volgende