De stille tuin(1933)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Gele brem bij een zandstuiving. O zon, die met uw stralen Streelt langs het tenger hout, En krachten wekt, en kwalen Vernielt en buiten houdt, Doe gij de sappen streven In den oergrond vastgestouwd, En laat mijn bezem beven Van levend groen en goud. In 't mulle zand, de vinder Die plots mijn luister ziet, Weet niet wat bloem of vlinder Is, en hij schendt mij niet. Hij ziet ontroerd mijn kampen Met 't wit bewegend graf, Verlicht door duizend lampen, En wendt zijn oogen af. O Heer, die mijn versterven Ziet, en hoe ik herleef, Of wolken stof me omzwerven, Ik waai en wend en streef. Gij geeft mij moed te kampen, 't Wordt paschen, 'k mag opstaan Als Gij, en hijsch mijn lampen En groene levensvaan. Vorige Volgende