De stille tuin(1933)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Stilte. Mijn verlossingsjaar is gekomen. Jes. 63:4. Hoe anders komt Gij dan wij denken. Temidden 't hoog rumoer van strijd Is 't, of er plotseling een zenke Vol stilte en zon ons openleit. 't Geschut krijscht over onze hoofden Ver weg gelijk een vogelschreeuw. Wij zijn, wijl wij in U geloofden, Reeds hier in uw toekomstige eeuw. Onzegbaar zoet is dit gebeuren. Blijft er nog angst en doodsgevaar? Hoe meer ons leven stuk zal scheuren, Hoe sneller wast en rijpt uw jaar. De laatste pijn wordt een verzinken In stilten klaar en hemeldiep; En boven ons begint te blinken 't Gelaat van Die ons wakker riep. Vorige Volgende