De steile tocht(1930)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Besneeuwde Treurwilg Mijn armoe deed U pijn, En mijn verkleumde leden Wilde Uwe deernis kleeden In donzig hermelijn. O God, wat valt dit zwaar, Om zonder te versagen Uw heerlijkheid te dragen, En blijven stil en klaar. Geluk nijpt meer dan nood. Hebt Gij dit tijdlijk pronken Uw zwakken knecht geschonken Tot een bekoring groot? Nooit brenge uw gunst ten val. En moge ik straks ontberen, Ik ben een boom des Heeren, Die weder groenen zal. Vorige Volgende