De steile tocht(1930)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] O Hart O hart, dat naar Gods liefde smacht, En luistert als de wereld lacht En voelt U opgetogen Bij 't lachen harer oogen, Durft gij de rust van uw gemoed Voor 't blinken van haar waardloos goed En kort genot verruilen? ‘Waar kan ik haar ontschuilen?’ Wilt van haar gouden oogenschijn Gij langer niet bedrogen zijn Sluit uw begeerge zinnen. En vóór Hem met gebed of kreet Uw onmacht te overromplen weet, Ontvangt u Zijn beminnen. Vorige Volgende