Ruischende bamboe(1937)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Het Menschenlot De nacht grenst aan den dag, en aarde aan hemel. Er is geen scheidslijn tusschen deze twee. Geen niemandsland bevindt zich tusschen beide Waarin wij ons neutraal bezinnen kunnen En ons toekomstig woonoord vrij verkiezen. Hier zijn wij, en een eeuwige seconde Belet ons om den hier geheven voet Daar neer te zetten, ach, en 't hier begonnen Glimlachen is nog niet geheel ontbloeid Als wij reeds zitten in des hemels midden, En niet meer weten wien ons lachen gold. Dwars door ons leven gaat de groote golving; Goden en duivlen scheuren ons uiteen Als zij probeeren ons geheel te winnen. Vorige Volgende