De overgave(1919)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 127] [p. 127] De wijnstok Aan uwen sterken muur gestut, Voor allen guren tocht beschut, O God, laat dragen In zuivre lucht, Mij eedle vrucht, Naar uw behagen. Gij, die de winden hebt geluwd, Uw zoetheid in mijn vrucht gestuwd, Warm gouden zeemen, Zoodat de hand Bevende brandt, Om haar te nemen, Kom zelven tot uw rijpende aard, De bonte en bleeke najaarsgaard, Zij toeft uw stonde. En laat mijn wijn Geheven zijn Ten uwen monde. Vorige