De overgave(1919)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] Maria-liederen geboorte Toen het kleine kindje was geboren, Bleef er in het hart van zijn verkoren Moeder slechts een moeheid, en ze leed, En ze lachte smartlijk, toen zij even Weer terugdacht aan het eerste beven Van zijn leven in haar, en ze kreet. Nu begon voor beiden het gescheiden Leven... en zijn zijden kopje vleide Ze aan het snelle hijgen van haar borst. En haar liefde en het angstig kloppen Van haar hart vervloeiden in de droppen Van de lafenis voor zijnen dorst. En ze wist: nu had ze hem verloren, En ze had geen kind, was maagd gelijk te voren, Want haar diepe liefde was te klein. En ze schrok en zag in zéker weten, Hem wéér liggen op haar schoot... verreten... Dan zou zij zijn gróóte moeder zijn. Vorige Volgende