De overgave(1919)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] Sonnet Waarom kwelt gij mij met droomen, Als gij uw nabijheid weigert. Waarom wilt gij zelf niet komen Nu tot hooge hartstocht steigert Mijn beminnen en begeeren, Tot mijn zwakke krachten breken, En mijn lang en krank ontberen Slechts waanzinnig u kan smeeken: Eindlijk troostend toe te treden Met uw wonderdoenden zegen, Dat uw oogen, die mij meden, Zich genadig naar mij negen. Dat ik, in den lust verloren, In uw liefde wierd herboren. Vorige Volgende