De overgave(1919)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] Liedje En als wij zijn gescheiden Door land en zeeën saêm? - Dan speur ik in den lauwen wind Uw lentelijken aêm. Dan zal de wind mij leiden De heele wereld rond, Tot op een nieuw verblijden Ik kusse uw rooden mond. - En vòeren alle winden U veilig, liefste mijn, Ik weet een dal te vinden Vol zoeten schemerschijn. Daar slaan de nachtegalen Bij dagen en bij nacht. Zij roemen het hemelsch dwalen In liefdes overmacht. Daar wil ik zalig droomen Onder de rozen rood. En daar kunt gij niet komen, Al gingt gij dóór den dood. [pagina 96] [p. 96] - Waar is dat dal der dalen, Zoo vol verrukte smart, Daar ik u niet kom halen? - Het is uw eigen hart. Vorige Volgende