De overgave(1919)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Sonnetten VI. non dolet O neem en drink den doodelijken drank! Hij zal uw zoete mond niet bitter maken. Eén helle schrik.... uw armelijke haken Gaat over in een leven licht en blank. Nóg zijn uw oogen van ontberen krank, Nóg moet uw arme hart zijn heil verzaken, O neem en drink den doodelijken drank! Gij zult van hemelsche verrukking blaken. Door uwe leden rilt een weifeling, En in uw handen is een vreezig beven; Zal nu de beker naar de lippen gaan? Eén snelle teug.... en alles is gedaan. Even in de oogen doods vertwijfeling, En dan de glansen van het eeuwig leven. Vorige Volgende