De lichtstreep(1933)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] [Ook deze droom was schoon: ik zag u spelen] Ook deze droom was schoon: ik zag u spelen; Een goede makker, werd ik u vertrouwder. Ik voelde 't hartlijk duwtje van uw schouder En mocht in al uw heerlijkheden deelen. Gij zeide, en kondt een lachje nauw verhelen, Gij waande u 't grootst en mij maar weinig ouder, Van hoofd iets wijzer maar van hart niet kouder En heel geschikt om over te bevelen. En uw geheimen, nauwelijks ontloken Werden, verrukt, zacht in mijn oor gesproken Bij blinkende oogen en verhoogde blos. O wenschen, in een ijdlen droom gegleden, Nevelen, tusschen heden en verleden, O zoon! mijn ziel laat uw bestaan niet los! Vorige Volgende