Langs den Heirweg(1932)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Strijdbare jeugd. III. Houd onze hand omklemmend vast, En duld ons aarzelen en wikken, De tranen en de schuwe snikken. Gij weet dat liefde langzaam wast. Wij voelen hoe Uw glimlach tast Warm door den nevel onzer blikken. En eer wij haar iets tegen schikken Heeft Uwe liefde ons hart verrast. 't Gezuchte woord, 't beschaamd gestamel, Heer, Gij begrijpt al wat zich schamel Losmaakt uit zwakheid en verval. Uw vrede wil ons overkomen. Zoo vast zijn wij tot U genomen, Dat ons geen schepsel scheiden zal. Vorige Volgende