Kringloop(1936)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Werken Gij weet, o God, hoe wij verlangen Naar alles wat tot vrede dient; Maar ach, wij weigren vaak te ontvangen Genade van den trouwsten Vriend. 't Valt zwaar ons vrij zijn te beperken Naar 't wenken van Uw stil gezag. Laat ons naar ònze wijsheid werken En loon ons na den langen dag. Gij kent den wrevel der gedachten, Kalmeert ons met Uw zachte hand, En zegt: goed! de akker ligt te wachten. In 't zweet uws aanschijns, bouw Mijn land. Scherp uw verstand, voer òp uw ijver, Werp de Weerbarstige schollen om, En leid het water uit den vijver, En zaai en oogst totdat Ik kom. En zwoeg en zucht, win 't goede en 't kwade, Tot ge in uw wanhoop ondervindt: 'k Leef van geweigerde genade, En neemt de handen van uw Vrind! Vorige Volgende