Kaleidoscoop(1938)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] De Valsche Getuige Zijn woord getuigt van anderer bekeering. Hij rookt geen sigaret, maar drinkt wel wijn. Zijn onsoliede ziel is een legeering Van waarheid, weelde, strenge ascese en schijn. Hij vindt in ieder godsdienst iets ter leering Maar wil 't liefst in de conventikels zijn. De kerk eischt hart en hoofd, geloofsvermeering, 't Gezelschap onmacht en een dierbre pijn. Hij spreekt met wellust over buurmans leven. (Hoe menigmaal heeft hij niet zitten beven Om dit stuk vuil, die doode misgeboort. Maar God wou zich genadig nederbukken En 't rookend brandhout aan het vuur ontrukken) En praat 't volk doof, maar God heeft niets gehoord. Vorige Volgende