Hunkering en heimwee(1939)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 152] [p. 152] Aschwoensdag. De zenuwen te fijn verdeeld als lichte snaren over 't lijf zijn van uw voorjaarswind bespeeld. Bemin! en dit is hun bedrijf: een lach, een kus, een hunkering, onstuimigheid die snel vervoert - de lippen waar Uw naam op hing door speelsche lippen toegesnoerd. Mild viel het bloed en zorgeloos als morgendauw valt in het gras. Maar ik ontwaak, en wie mij koos vindt op mijn mond de smaak van asch. Onzichtbaarheid en overmacht! Een passiebloem is mij beloofd: ik draag, voor ik de reis volbracht, een kruis geslagen in mijn hoofd. Jan Engelman. Vorige Volgende