Hunkering en heimwee(1939)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] Dimensies. De huizekens in hun geflikten staat Zijn met een stal en aangezette schuur voldoende voor het bergen van den baat, der liefde, samenleving en natuur. Het luide bidden om den lichten duur van daaglijksch brood ondanks het daaglijksch kwaad verdwaalt er binnen, maar de schandepraat barst door de vensterluiken en den muur Wiens levensuiting eng wordt en versmoord, wie uit een leeg vermoeden wordt gehoond, om een betwisten zegen wordt benijd, roept in de winden totdat God hem hoort, en hem bij bliksemlicht de ruimte toont, waarover Hij Zijn hemel open splijt. H. de Bruin. Vorige Volgende