Hunkering en heimwee(1939)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] Agrarisch. Het landwerk bond ze allen dag. Ze namen maal en slaap als dagelijksch kort verzet, en waren haastig in hun vroomheid met: Heer, zegen deze spijs - verkwik ons, amen. Wanneer ze 's zondags in het kerkje kwamen voelden ze mìnder, méér hun schuld en smet naardat in 't blinken, duistren van 't rozet God vriendlijk zag of toornig door de ramen. De dienaar kon niet troosten naar 't geviel, zijn werkwijs richtten andere getijden bij 't bouwen van den akker hunner ziel. - Elk moeide zaai en oogst een bange week; in een vereenzaamd naast elkander strijden werd trouw het land bearbeid en - de preek. H. de Bruin. Vorige Volgende