Hunkering en heimwee(1939)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Anachoreet. Toen hij der wereld toornen was ontvloden bij helder water en bij zuivren wind zich zelf ontzeggend wat het vleesch van noode had, en éénmaal hartstochtelijk bemind, vond hij zich zoo bedwelmd door blauwe luchten en zoo verrukt om bloemen in een wei dat hij ook dit moest loslaten en vluchten en zich verbergen in een grot; tot hij ontwarende de overzoete geuren die tot hem stegen van gedroomden wijn ten laatste moede wankelde ter deure en zich voorover stortte in het ravijn. Willem Hessels. Vorige Volgende