Hunkering en heimwee(1939)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] Unio Mystica. De roep der duiven in de bleeke regen voorlangs het venster, broos van kwijnend licht, bracht hen te samen langs de vale wegen van dood en wanhoop voor Gods aangezicht: Uit stervenshanden nog nam zij den zegen over haar wreed, verwilderd leven aan en zij was èven klein en het verlegen meisje van zijn onuitgeputten waan... Toen in der harten schemerlêegen luister, stroomde hun ademtocht zóó stralend saâm, als God eens uit het moegekarnde duister het licht in één vlam op deed slaan. H. van Elro. Vorige Volgende