Hunkering en heimwee(1939)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Psalm CXXXI. O Heer, ik draag mijn hart niet hoog, Ik zie niet trotsch in 't rond. Ik buig mijn hoofd te grond, Deemoedig voor Uw alziend oog. Ik heb geen plannen overdacht, Die botsen met Uw wil. Ik ben tevreden stil, Een zoogkind, dat verzadigd lacht. Ik ben als het gespeende kind Op moeders schoot, in rust Heb ik mijn ziel gesust, Nu ik in U mijn vrede vind. De Heer zal mij dit heilgenot In eeuwigheid doen smaken. - De Heer zal zalig maken Die durft vertrouwen op zijn God. Willem de Mérode. Vorige Volgende