Hunkering en heimwee(1939)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Pinksteren II. Wij smeeken: met uw Geestes gloed Verteer ons als een offerande. O, dit is onze diepe schande: Dat wij zoo koud zijn van gemoed. Als een versiersel op ons hoofd Willen we uw stille vlam wel dulden, O God, vergeef ons onze schulden, Dit: dat ons hart is uitgedoofd. Neem weg, het vooze pronkend woord, Dat U niet kent, ons niet behoort, Geleend geluk, geborgde schande, En hoor de oprechte rauwe kreet, Die scheuren in Uw hemel reet, Verteer ons als een offerande. Willem de Mérode. Vorige Volgende