Hunkering en heimwee(1939)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Magnolia. Hoe wektet Gij Uw leven In 't levenlooze hout. Nauw deed Uw glimlach even Hun tengre luchters beven, Of, de open kelk geheven, Ontplooien ze in Uw goud. En dekt, geslecht, geslagen, Hun glanzend weefsel 't pad, Nog ronden, onder 't vragen Naar Uw begeerd behagen, Hun schelpen zich en dragen D'Onwelkbre in 't welkend blad. Frank Gericke. Vorige Volgende