Hunkering en heimwee(1939)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] [Geerten Gossaert] Atlantis. Van alle waan verzadigd, Van alle werk vermoeid, Is ons, uit zaad der aarde, Eén hemelbloem ontbloeid: De droom van 't land van vrede, Waarheen, uit 's werelds nacht, Steeds vuriger 't begeeren Van onze ellende smacht! Hoe goed om dáar te rusten Van 's levens dubbel juk: De last van veel ontberen, De last van veel geluk... Als nimmermeer het stralen Van 't smartelijke licht Den sluimer zal verjagen, Van ons verstild gezicht! Eéns zal ons rijper weten, Als een bekoorde kaan, De diepe Sondt doorsnijden Der omgaande oceaan; Dan zal, wanneer in 't oosten De eerste morgenschijn De hemelen doet tinten Met teeder karmozijn, [pagina 6] [p. 6] Ons slapeloos verlangen, Op uitkijk in het want, De weringen ontwaren Van dat beloofde land. Van alle leed ontheven, En los van elke lust, Wacht dáár ons, na dit leven, Van alle liefde rúst. Geerten Gossaert. Vorige Volgende