Het heilig licht(1922)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] De Distel Van top tot teen één wapen Staat hij in strengen dos. En trots versiert zijn slapen De roode vederbos. Hij wordt van elk gemeden En weert een ieder af. Hij strekt zijn straffe leden Naar Die hem 't leven gaf. ‘Gij deed mij 't al ontberen, Wat andren lieflijk maakt. Ik moest den oorlog leeren, Ten leven nauw ontwaakt. Mijn gierge min, versloten In bitterheid en hoon, Is naar U uitgeschoten: Een laaie vlammenkroon. En is de strijd volstreden, Wat andren armlijk schijn', Ik heb om U geleden De gramme levenspijn. Laat mij dit heil verwerven: Wanneer de dood aansnelt, Gewapend U te sterven Als een standvastig held’. [pagina 30] [p. 30] Van top tot teen één wapen Staat hij in strengen dos. En trots versiert zijn slapen De roode vederbos. Vorige Volgende