Het heilig licht(1922)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Het Claustrum Voor Pater Jos. van Wely O.P. Grof onweer dreunde door den kloosterhof, Er zonk een lauwe dommelige regen Het dorstig geuren van de bloemen tegen, 't Bont mozaïek vergrijsde klam en dof. Toen woei welluidend langs de ruime gang Tot onze harten, die zich stil verhieven, In donker koor, ijle recitatieven, De zuivre vroomheid van een kerkgezang. O naakte ziel, die rilt van schaamte en leed, Wat voelt gij hier uw rauw berooid-zijn wreed... Met kalm gelaat en blanke starende oogen Baden de witte paters hun gebed. Blind voor de wereld, was hun lichte tred Standvastig, wijl zij zich tot God bewogen. Vorige Volgende