De donkere bloei(1926)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Goede Vrijdag I God, heftiglijk in toorn ontstoken, Heeft alle zonden, ooit gedaan, Vandaag uw schoudren opgelaân, En onze schuld aan U gewroken. Hij, in zijn gramschap weggedoken, Weigert uw jammer ga te slaan. Hij dooft de zon en bluscht de maan, De hel is joelend losgebroken. O God, die Gods nabijheid derft, Voor ons als een verdoemde sterft, Wil mij één blik van liefde geven, Opdat ik in ellende en rouw Niet reddeloos verderven zou Maar U beminnen en nieuw leven. Vorige Volgende