Derde en laatste deel der rupsen begin, voedzel en wonderbaare verandering
(1717)–Maria Sibylla Merian– Auteursrechtvrij
[pagina 22]
| |
hebse met Abeeleblaaden in Vriesland gevoedt. Den 23 September heeft een daarvan een bladt soo vast aan malkanderen gesponnen, als of het t' saamen gelymt was; waarin hy zich tot een Popjen veranderde. De andere die ik hadde, hebben een gewoonlyk gespin gemaakt, waarinse tot Popjes wierden. Den 14 April des volgenden Jaars, quam 'er het eerste Kappelletje uyt, waarop de andere in de maand Mey volgden: en ligtgroene Eyeren leyden. Het Kappelletjen is onder de Rups te sien. De groene Rups heb ik te gelyk met de bovengemelde graauwe, op deselve Boomen gevonden. Den 18 Augusty leyde hy zich stil neer, stroopte sijne huyd af, en wierd een Popjen, sonder te spinnen. Des volgenden Jaars den 14 April, quam'er een eerste Uiltjen uyt, en de andere eerst in de maand Mey daaraan volgende, gelijk'er een op het bovenste groene blad te sien is. | |
[pagina *46]
| |
46
|
|