XLVIII. Zwynsbrood. Cyclamen flore purpureo.
EEn bruine Rups, zynde van onderen groen, hebbende voor zes klaauwtjes, in de midden acht, en achter nog twee voetjes, na dat ik ze met Lattou gevoed had tot in 't laatst van Augusti, veranderde ze in een bruine Pop; in September kwam daar uit een bruin zwart gezierd Uiltje, met zwarte oogen; haar vlugt was 's avonds.
Onder ter regterhand vertoond zig een Kars, aan welkers blad wyd een klein lang geelagtig groen Rupsje, hebbende voor zes klaauwtjes, en agter twee voetjes; met deze groene Karssebladen heb ik ze gevoed tot in 't laatst van Juli, wanneer ze een wit gespin maakte, en veranderde in een bruin Popje, na veertien dagen kwam daar een Uiltje uit, welks onderste vlerkjes bruin, en de bovenste vlerkjes en 't lyf ligt groen met witte plekjes en bruine stipjes gezierd waren, 't was snel van vlugt over dag. Dit Blomgewas heb ik tot plaizier voor de Liefhebbers hier by gevoegt.