XXXVII. Roode Willige. Salix vulgaris rubens.
ONder op een groen blad werd de Liefhebbers wederom eene der schoonste Rupsen vertoond, zynde over 't geheele lyf schoon groen, met witte stipjes, en op ieder lit met een schuinse witte streep gezierd, heeft ook op 't agterste lit een hoorn; ze wierd myn vereerd, van een Adelyke Dame, zynde beneffens deze speculatie ook een Liefhebberes der schilderkonst. Deze Rups had haar volkomen wasdom, dat ik naulyks zo veel tyd had om ze te schilderen, dewyl ze over ging tot haar verandering, schoof haar vel af, en wierd een Popje, in deze gestalte bleef ze stil leggen tot des volgenden jaars, in 't laatst van May kwam daar een heel schoon Uiltje uit, welker kop, lyf, en bovenste vlerken waren bruin, wit, geel, en zwart gefigureert, de onderste vlerken waren gezierd met twee groote oogen, welker middelpunt zwart, en met een blaauwe kring omtrokken, ook na boven ligt bruin, en na onderen rosenverwig waren, verder had ze zwarte oogjes, donker of flets geele hoorntjes en pootjes: deze zoort heb ik voor of na niet meer gezien.
Boven op een groen blad zit een klein ligt groen met witte streepen gezierd Rupje, zynde zeer gaauw, ze geneeren zig