XLIX. Angelier. Caryophyllus purpureus.
DEze zoort van Rupsen vint men des daags onder de Aarde, en des nagts komen ze uit, zy eeten alderlei Kruiden, dog voornamelyk de Angelier, ze zyn van onderen ligtgeel en van boven bruin, zy veranderen in 't laatste van Augusti in Popjes, na veertien dagen komen daar Uiltjes uit, gelyk boven op de Bloem verbeelt is.
Eenige dezer Rupsen stil leggende, kropen daar Maaden uit die in Tonnetjes veranderden, na veertien dagen kwamen daar groote blaauwe Vliegen uit.