XXI. Queebloeizel. Cotoneae flos.
ZUlke groote Rupsen heb ik op deze Boomen gevonden, ze zyn Okergeel en swart gestreept met witte stippelen, de kop en start is Oranjekoleur, wanneer men ze aanraakt zo maaken ze met de kop een groote beweeging, ik heb ze met deze bladeren gevoet, tot dat ze een geelagtig bordig gespin maakte, en veranderde in een Pop, na drie weeken kwam daar een groote Okervervige Uil uit die den geheelen dag stil zat, als men ze aanraakte dan vloog ze heel onbezuist overal tegen aan, dezelve leit geele eieren.