De XLI. afbeelding.
DEze roode wortel Battattes genaamt, is wat lichter als in Europa de Bietwortels, men beryd die ook als de Bietwortels, men stoofse ook by vleesch, haar smaak gelyk zeer aan de Castanien, zyn weeker en noch lieflyker als de zelve, wassen en vermeerderen sig schielyk, alzo dat van een wortel in korte tyd een heel velt vol word, sy loopen op als de Winde waarom die ook om dit Ried omgelyd heb, (welk Ried ook daar in ’t land omtrent de wateren wast, en heeft rood-achtige geele bloemen) de Battattes bloemen zyn blaeuw, als een tak op de aarde raakt, maakt hy weder wortel, en vermeerdert sig alzo door wortel, ranken en zaaden.
Den Rups op het ried-blad kruipende, at beide deze kruiden, was gans vierkantig, geelachtig groen, met roode ronde knopjes bezet, hare klaeuwen en voetjes laagen in een dun doorsigtig velletjen, het welk over het geheele onderlyf heenen ging, in ’t gaan zag men geen voeten, maar kleefde overal aan met dit velletjen als een slak, den 22. July heeft sy haar zelven een okerverwig gespinst gemaakt, waar uit den 23. Augusti een zodanig vligend dier uit quam, bruin met gout geele streepen vercierd, als boven vliegend vertoond werd.
Het kleine groene Rupsken (gelyk als twee op den steel en blad kruipen) heeft deze Battattes bladen gegeeten, ik heb diergelyke ook op de Comcommers gevonden, sy waren zeer ras, om achterwaarts en voorwaarts te loopen, ten laatsten wierden sy rooserood, maakten een dun wit gespinst, daar in sy den 24. Augusti tot Poppetjes wierden, den 29, 30, 31. Augusti quaamen tweederlei Cappelletjes daar uit wit en geel, met bruine randen, gelyk hier een zittende en vliegende vertoond word.
Dit ried, dat hier afgebeeld werd, is de Cannacorus flore Coccineo splendente Tournefortii institutiones rei herbariae, en de Canna indica flore fulgenti Cocco splendente Herm. Catal. de Winde, die sig om dit ried omwind, is de Kappakelengu in de hortus Malabaricus, en de Batatas of te Camotes Hispanorum onder deze naam van Clusius beschreeven, veel naamen, met welke deze Winde van verscheide Auteuren werd voorgesteld, werde by een gevoegt in myn flora Malabarica onder de naam van Convolvulus indicus, radice tuberosa eduli, cortice rubro, Batatas dictus Parad. Bat. Prod. tot noch toe heeft echter niemant, dat my bekent is, de bloemen van dit gewasch afgebeelt, dan alleen den Auteur van dit Werk, alhoewel Piso in sijn Historia Naturalis geschreeven heeft, dat de soorte van Batata een bloem voortbrachten, als die der Winden; Clusius heeft nimmer konnen te weeten koomen welk bloem ofte vrucht dit gewasch voortbracht; Marggravius ontkend dit gewasch een van die beide voort te brengen, zoo dat men uit de afbeelding, die hier vertoond werd, klaarlijk kan zien, dat het met recht van verscheide Auteuren onder de soorte van Winde geplaatst is: Hernandes in sijn Historia Mexicana verbeelt in een mede soorte, die hy Cacamotic Tlanoquiloni seu Batata Purgativa noemt, bloemen die de bloemen der Winde gelijk is. Welke Batata Purgativa ook zodanige bloemen van Piso en Marggravius werden toegeschreeven.