De XXI. afbeelding.
DEze geele vrucht word in America Marquiaas genoemt, de bloem die voor deze vrucht gaat is een passie bloem, maar veel grooter als die in Europa. De bloem geeft een zeer lieflyken reuk van sig, die men van verre rieken kan; het gewas loop op als een Winde, en is zeer bekwaam om prieelen in de hove te laten bewassen, hoewel de Hollanders in Suriname daar geen groot gebruik van maken, in twee jaren is een prieel heel dicht daar mede bewassen, daar sig allerlei vliegende gediertens ophouden van wegen den reuk der bloemen, de vrucht besluit in sig swart zaat, met een witte lymigheit omzet, het welke verkoelend en lieflyk om te eeten is.
De eerste Rups die op het groote blad zit, nuttigt dezelve tot zyne spyse, den 28. May 1701. om spon het sig en wierd tot een Poppeke, dat nevens de Rups legt, waar uit den 7. Juny een Cappelletjen kwam, als hier vliegende vertoond word.
De twede op de steel leggende groene Rups heb ik den laatsten May op de voornoemde bloemen gevonden, dezelve etende en zittende in een zeer zeltzame wooninge, te zamen gezet uit veele kleine pypjes op holle houtjes, deze Rups liep in dit huisjen gints en weer, dan uit een, dan weder uit een ander pypje uitkykende, als boven op de knop te zien is. Den 10. Juny kwam daar uit een bruinen met roode vlakken vercierde beesje, gelyk hier op den steel zit.
Het derde Rupsken, gelyk een op de vrucht zit, nuttigt ook deze bladen; is my den 4. Juny ingesponnen, zo als een op de steel legt, en den 14. kwam daar een zulke schoone bonte vliege uit met gespleten voeten, gelyk een onder aan den steel zit, deze voeten zyn zeer teeder en vallen af, als mense maar het minste aanraakt.
Dit gewas is de Murucuia Guacu van Marggravius, en Murucuia quarta van Piso, als ook de Clematis indica fructu citri formi, foliis oblongis Plum. 64. Tab. 80. dit gewas werd ook van Tournefort in zyn institutiones rei Herbariae genaamt, Granadilla fructu citriformi, foliis oblongis, en van Hermannus in Catalogo horti Academici Cucumis Flos passionis dictus Guajavae folio major. d’Heer Hermans hebbende dit gewas gebracht in zyn Catalogus horti Academici by de andere zoorte van gewassen, die gemeenelyk wegens het formaat van haar bloem Passie bloemen werden genaamt, heeft dit zelve gewas echter in den Paradisi Batavi prodromus, onder de zoorten van Climmen (waar mede het geen de minste gemeenschap heeft, ten regarde van bloem en zaadhuis) geplaast, als of een groote misslag in de Catalogus van te vooren had begaan, het geen de zelve Heer echter heeft verbetert, op het 177. blad van de Paradisus Batavus zelfs.