De XIV. afbeelding.
DEzen tak is van een grooten boom, die naar zyn vrucht Zuursak in Westindien genaamt werd, de groene bladen zyn schoonder groen, als de Citroene bladen, de bloeisel is geelachtig groen, zynde des zelfs bladen dik, de vrucht gelykt wel de meloenen, smaakt zuurachtigh als de wyn druiven, sy heeft een harde schelle; het vleesch is wit, week, en zeer aangenaam van smaak, men kanse gekookt en ongekookt nuttigen, die men kooken wil laat men niet ryp werden, men kookt haar met een weinigh water en suiker, zoo is het een goet eeten, in de Barbados word ook wyn uit deze vrucht geparst.
Deze groote groene Rups heeft de groene bladen van deze boom tot hare spyse
gebruikt. Den 22. Juny heeft sy sich stil neer gelegt, is vervelt, en tot een bruin Poppeke geworden, den 23. Augusti is daar uit een bruine Uil, of Onrust voortgekomen.
De kleine geele Rupse die op het takjen te zamen gerolt leght, eet insgelyken deze bladen, den 3. December heeft het een houtverwigh gespinst gemaakt, waar uit den 24. January een wit Uilken gekomen is, gelyk op het groene blad vertoond word.
Een kleine zoort van Zuurzakke werd afgebeelt, en op de derde plaat vertoond, dat sy in de hove van Holland met de naam van Anona zyn bekent, heb ik reeds op het derde blad gezegt.