Chrysanten(ca. 1938)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Zijn stem Van u, mijn Vriend, is mij de stem vol eedlen, warmen klank en overtuiging bijgebleven; ik had haar lief, ik dacht aan haar met diep gevoelden dank, daar zij zoo'n vreugde wist te geven. Die stem, ik hoor ze met haar galm; oprechtheid klinkt me toe, en nauwer sluiten vriendschapsbanden; ik ben verblijd; gij schenkt uw hart niet minder dan ik doe, en dat bezeeglen onze handen. Die stem vergaat niet in mijn hart, in weerwil van den tijd en 't roezemoezen van de dingen; zij is voor mij een verre klok, die schoon van innigheid, in mijn herinnering blijft zingen. Vorige Volgende