De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende [pagina 153] [p. 153] Oplossingen 1.De scheresliep. 2.De fiets. 3.Het licht van den lantaarnopsteker. 4.De bode. 5.De melkboer. 6.De groentenkar. 7.De tram. 8.Een voilet. 9.De autoped. 10.De vliegmachine. 11.De sigaret. 12.De pijp. 13.De rolschaats. 14.Het uurwerk, de twee wijzers. 15.De waterketel. 16.De straatkeien. 17.IJzel. 18.Het vergeet-mij-nietje. 19.De Lente. 20.Jazzmuziek. 21.De Zomer. 22.Het water. 23.De wind. 24.1 = aarde; 2 = zon; 3 = regen. 25.Het madeliefje. 26.De paraplu. 27.De bril. 28.De oranje. 29.De sneeuw. 30.De hagel. 31.De rijm (rijp). 32.Het gras. 33.De slinger van een uurwerk. 34.De koffie. Vorige Volgende