De bloeiende tuin
(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot
[pagina 109]
| |
En ze bijt met haar mond
en ze rijdt in het rond,
knip, knip, knip, met fatsoen;
knap, knap, knap, niet te nauw;
knip, knip, knip, door het groen,
knap, knap, knap, door het blauw,
op één been;
en zoo heeft iedereen
haar vandoen!
|
|