De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende Roodkapje. Roodkapje, Roodkapje, liefste kind, die blij zijt en bloost en de bloemekens mint; wat hebben de bloempjes u zoetjes gezeid, dat ge 't woord van uw moeder vergeten zijt? Zeiden ze: ‘Roodkapje, 't schoonste van 't land, pluk er ons gauw met uw kleine hand?’ Dat hebt gij al babblend en zingend gedaan. Ze zagen zoo lief en zoo lustig u aan. Roodkapje, kijk eens wie er daar kwam! Ziet ge den wolf? Snel achter dien stam! 't Wordt bang in het bosch, als hij, loerend, u vindt Roodkapje, ach, die de bloemekens mint! Vorige Volgende