De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] De regen. Hoort gij tromlen op de ruiten, tromlen, tromlen zonder rust? Ei, de regen danst daarbuiten, maar hij vindt daarin geen lust. Hoor de dropplen groot en klein: binnen, binnen wil ik zijn! Arme regen, arme regen, arme regen, 't valt u tegen! Klop maar, klop maar, 'k doe niet open, want ge maakt me veel te nat! dans daarbuiten, blijf er loopen langs den wegel en het pad. Dropplen, zingt maar uw verdriet; binnen, binnen komt ge niet! Arme regen, arme regen, arme regen, 't valt u tegen! Vorige Volgende