De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende De windmolen. Wat zegt de wind langs de wegen, wat zingt hij spelend u tegen, wanneer hij door de velden gaat, vroeg en laat? Hij zingt van uit de dalen: Om 't schoone, blonde graan tot fijne bloem te malen, breng mij een molen aan! Dan draaien met vieren zijn wieken, dan klinkt er een molenlieken, heel lustig waar hij staat, vroeg en laat. Vorige Volgende