De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] De kam. Kammeke met uw honderd beentjes, met uw beentjes zonder teentjes, die mijn haarke goed bedient, kammeke, ge zijt mijn vriend. Want ge legt de haren fijn, die dooreen gekropen zijn, en die sierlijk zullen passen bij een snoetje frisch gewasschen. Kammeke met uw honderd beentjes, met uw beentjes zonder teentjes, kom en tooi het blijde kind, dat de zuiverheid bemint. Vorige Volgende