Beschrijving van het kleine toegangshek
De pijlers van het kleine hek zijn van Naamse steen en aan de bovenzijden voorzien van bloemguirlandes en een geprofileerde afdekking met zeer ruim overstek. Op de pijlers staan kleine, metalen vazen op natuurstenen sokkeltjes. Oorspronkelijk hebben de pijlers waarschijnlijk gebeeldhouwde natuurstenen bekroningen bezeten. De fragiele hekvleugels, die tezamen met de daarboven geplaatste bekroning een grote ornamentele waarde bezitten, zijn in vakken met spijlen en culotten ingedeeld en aan de onderzijden en zijkanten voorzien van vakken met symmetrisch gerangschikt bandwerk. Heel bijzonder is de boven de hekvleugels geplaatste bekroning, waarvan in ons land geen vergelijkbaar voorbeeld bekend is. Het decoratieve smeedwerk aan Nederlandse hekken uit de 17de en 18de eeuw werd in navolging van Frankrijk overwegend vlak uitgevoerd. De vormgeving van deze hekbekroning is meer verwant aan de barokke smeedkunst uit Midden Europa. De bekroning is opgebouwd uit elementen als hoornen van overvloed, druiventrossen en bladmotieven. Centraal in de bekroning staat een ovaal schild met een monogram van twee gespiegelde letters C: het monogram van Clermont. Het schild wordt bekroond door een mascerone en vaas met bloemranken.