Beschrijving van het toegangshek
Dit van omstreeks 1730 daterende toegangshek vormt een der gaafste voorbeelden uit de periode van de Lodewijk XIV-stijl. De hardstenen pijlers bezitten aan de zijkanten een blokmotief en aan de voor- en achterzijden pilasters. De pilasters hebben een geprofileerde lijst met florale motieven aan de boven- en onderzijden. De pijlers bezitten voorts een brede geprofileerde voet en forse geprofileerde afdekkingen, bekroond door in Lodewijk XIV-vormen uitgevoerde hardstenen vazen. Aan weerszijden van de pijlers zijn gesmede zijstukken met voluutvormen bevestigd. Bijzonder is een tweede stel zijstukken tegen de onderzijde. Deze zijn bevestigd aan de gemetselde wanden van de dam waarop het hek staat.
De hekvleugels zijn vrij sober uitgevoerd. Mooi ornament is aangebracht rond beide liggers in het middengedeelte. Daarboven bevindt zich spijlenwerk zonder ornament, waardoor men goed zicht heeft op het achterliggende huis. Door de sobere uitvoering van de hekvleugels ligt het accent op de bekroning. De ornamentiek van de bekroning is doorgezet in het bovendeel van de hekvleugels, waardoor dit in visueel opzicht één geheel vormt. De bovenzijde van de hekvleugels valt in een sponning die is aangebracht in de onderste liggers van de bekroning. Bijzonder is ook dat het bovendraaipunt van de hekvleugels niet is vastgezet in de pijlers, maar in het voluutvormige deel van de bekroning dat is bevestigd aan de hekpijlers. Het donkergroen geschilderde smeedwerk werd omstreeks het midden van de jaren negentig hersteld, waarbij een belangrijk deel van het ornament van bladgoud werd voorzien. Op de dam is geen leuning geplaatst, maar een laag gemetseld muurtje.