Bolenstein ligt op de westelijke Vechtoever aan de noordelijke zijde van het dorp Maarssen. Derck de Bole gaf omstreeks 1340 zijn naam aan het kasteel, dat aanvankelijk bestond uit een enkele rechthoekige woontoren. In 1538 werd Bolenstein verklaard tot ridderhofstad. In de volgende eeuwen werd het kasteel herhaaldelijk verbouwd. In 1661 werden aan de zuidelijke zijde twee bijgebouwen opgericht waartussen een toegangshek werd geplaatst. Deze situatie is tot op heden bewaard gebleven.
Beschrijving toegangshek
Het toegangshek bezit ronde gemetselde pijlers van rode handvormsteen. De voet van de pijlers bestaat uit een vierkante plaat (acabus) van hardsteen waarboven een ronde geprofileerde plint van Bentheimer zandsteen is aangebracht. Ook de geprofileerde afdekplaten zijn van Bentheimer zandsteen. De bekroningen
[pagina 51]
[p. 51]
Foto RDMZ, A.J. van der Wal, 1966.
in de vorm van schildhoudende leeuwen zijn van Obernkirchner. In de gepolychromeerde wapenschilden zijn respectievelijk het wapen van de stichter (Derck de Bole) en dat van de toenmalige eigenaar aangebracht.
De hekvleugels bestaan uit strak spijlenwerk zonder ornament, uitgezonderd de gebogen naamband aan de bovenzijde van het hek, waarin de naam van het huis is aangebracht. Het hekwerk is donkergroen geschilderd, de naam van het huis en de spijlpunten zijn verguld. De ouderdom van het smeedwerk is moeilijk te bepalen aan de hand van stijlkenmerken. De stropbeugels zijn van het type dat in de 17de en de 18de eeuw algemeen werd toegepast. Het hekwerk kan van jonger datum zijn dan de uit 1661 daterende bijgebouwen, waarvan de pijlers een onlosmakelijk onderdeel vormen.
Enkele afmetingen
Afstand tussen pijlers 375 cm,
doorganpbreedte hek 299 cm,
diameter hekspijlen ca. 3,5 cm,
diameter buitenste stijlen waaraan de vleugels draaien 5 cm,
afstand tussen de spijlen 9,5 cm,
liggers 6,5 cm breed, 4,5 cm hoog, excl. afdeklijstje.
Auteursrechtelijk beschermd
