Verantwoording
Het boek Hekken in Nederland vormt het resultaat van het jarenlang verzamelen van documentatiemateriaal over hekken en poorten in Nederland. Dat gebeurde aanvankelijk terloops vanuit een groeiende interesse en later gericht vanuit een breed gedragen enthousiasme. Zo ontstond een uitgebreide collectie van foto's, tekeningen, opmetingen en prentmateriaal.
Een belangrijke reden om een selectie van het verzamelde documentatiemateriaal in boekvorm uit te brengen en zo voor een breed publiek toegankelijk te maken, was het ontbreken van publicaties van enige omvang over het historische toegangshek. Voor zover bekend vormen de boeken van de Rotterdamse architect J. Verheul Dzn., verschenen in respectievelijk 1936 en 1940 onder de titel Merkwaardige oude inrijhekken, alsmede poort- en hoofdingangen uit de XVIIde, XVIIIde en XIXde eeuw in en om Rotterdam, de enige uitzondering.
Het doel van dit boek is niet zozeer om het tot de verbeelding sprekende onderwerp van hekwerken uitputtend te behandelen, maar wel om indringend de reikwijdte daarvan te beschrijven en illustreren. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling geweest om een ‘top honderd’ van Nederlandse hekwerken samen te stellen, maar veeleer om een representatief overzicht met historische annotaties te geven. Het boek weerspiegelt in de eerste plaats de vrucht en het plezier van het verzamelen en documenteren vanuit een oprechte belangstelling voor de ambachtelijke en kunstzinnige aspecten.
De inleiding bestaat uit een korte schets van de geschiedenis van het toegangshek, die wordt gevolgd door een selectie van honderd hekken. Er is een indeling gemaakt op grond van typologie, chronologie, vormgeving, materiaalgebruik en zeldzaamheidswaarde. Behalve aan imposante voorbeelden, werd ook aandacht geschonken aan het ‘kleinere werk’, zoals hekken bij eenvoudiger landelijke bebouwing en boerderijen. Juist dit ‘kleinere werk’ is karakteristiek voor Nederland, dat weinig voorbeelden kent van uiterst prestigieuze hekwerken. Uitzonderingen zijn verscheidene imposante hekken naar buitenlands model, die veelal de invloed van de Franse Lodewijk-stijlen ondergingen, terwijl bijvoorbeeld de ontwerpen van de hekken bij het Vondelpark te Amsterdam en het Vredespaleis te Den Haag van Duitse origine zijn. Het merendeel van de in dit boek opgenomen hekken bevindt zich in het westen en midden van het land, waar grote concentraties van buitenplaatsen te vinden zijn. Te denken valt met name aan het in (inter)nationaal opzicht unieke Vechtlandschap waar talrijke monumentale toegangshekken bewaard zijn gebleven.
Voordat dit boek kon worden samengesteld moest het nodige veldwerk worden verricht. Bovendien werd mede omwille van de collectie het aantal opmetingstekeningen uitgebreid. Daarbij heeft de heer N.G. van der Leck een deel van dit tijdrovende werk op zich genomen, waarbij soms door beide tekenaars werd samengewerkt. En om ieder het zijne te geven: zonder het toenmalige afdelingshoofd de heer drs. P. Nijhof en pleitbezorger en grote stimulator van dit project de heer O.B. Wiersma, thans plaatsvervangend directeur bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, was deze uitgave niet tot stand gekomen.
Peter Meijer